zondag 30 september 2018

All Hallows Eve - Halloween

Oktober...de maand van Halloween. In Amerika is Halloween razend populair. Maar wist je dat dit feest oorspronkelijk van de Kelten komt? De Kelten zaten voornamelijk in Ierland en Schotland. Na de clearances in Schotland, in de 18e en 19e eeuw, zijn veel Schotten naar Amerika vertrokken en hebben dit feest meegenomen.


Op 31 oktober vierden ze het einde van de oogsttijd en op 1 november begon de winter. 31 oktober heette All Hallows Eve,  de avond voor Allerheiligen.  In sommige religies, zoals bij de Wicca, wordt dit feest onder de naam Samhain gevierd. Je kunt hier klikken voor meer info over de jaarfeesten.

Er gaat ook een verhaal de rondte dat men zich op 31 oktober verkleedde als geest, zodat de geesten die op 1 november werden herdacht niet terug zouden komen om een lichaam te stelen. Als ze zelf uitzagen als een geest, zou dat niet gebeuren.


Hoe het ook was, hoe het ook zij, het is een leuk en gezellig feest en over het algemeen hebben de mensen veel plezier. En daar gaat het om. Maar het is natuurlijk niet verkeerd om stil te staan bij de oorsprong ervan; de diepere betekenis.

Trick or Treat
De kids bellen aan voor Trick or Treat (geef me een snoepje of ik doe een enge truc!) en men geeft allerlei lekkers in de vorm van snoep, cake en andere zoetigheden.

Zelf heb ik een paar leuke recepten op een blog staan om Halloween een beetje gezonder te laten verlopen. Ze zijn ook nog lekker! Check it out:

heerlijke herfst pompoenmuffins
Frietje Speciaal bv in een koffiefilterzakje


Drakenbloed

En wat heel wat jaren geleden (10 jaar geleden nu) in mijn gezin een hit was, was het maken van Drakenbloed!
Dit heb je nodig:

1 fles spa rood
1 pak sinaasappelsap
1dl reine claude limonade siroop

Hoe maak je dit:
Meng alles samen in een kom, in een fles of in iets anders waar je het in wilt bewaren.
En proeven maar!
Wij gingen langs de deuren met bekertjes en lieten de buurtbewoners proeven. Als ze dat durfden hoefden ze geen snoep te geven  ;-). Een slimme truck van moeders om het snoepen te beperken.





Alvast een Happy Halloween!
Hallow-groetjes,
Vivian Dassen

maandag 17 september 2018

Je eigen O(il) de Parfum

Op maandagavond ga ik naar Biodanza. Ik probeer in ieder geval elke week te gaan. Het is heerlijk ontspannend en vooral bewegen op een fijne manier. Meestal op wereldmuziek. Met de groep kun je op een veilige manier grenzen leren aangeven, of juist afbreken, blokkades opheffen, trauma's oplossen, enz. Klik hier en hier voor meer informatie als je daar behoefte aan hebt. Onderaan nog een filmpje van een voorbeelddans.

Tijdens deze avond zijn er twee dames daar die altijd zo ontzettend lekker ruiken! Tenminste ik vind het lekker. Eigenlijk wordt het afgeraden om tijdens het dansen overheersende geuren op te doen, maar deze geur neemt je meteen mee naar de grond. Aarden. Niks zo fijn om te aarden tijdens het dansen. Thuiskomen in jezelf.
Het is de geur Kenzo Flower. En ik ben er helemaal verliefd op.

Eenmaal onderweg naar huis had ik zin om deze geur te bestellen, maar hij valt nogal buiten mijn budget. Ik ben ook meer van het zelfmaken en van de etherische oliën en zo; geuren uit de natuur.
Ooit heb ik zelf workshops Parfumolie gegeven en ik had nog rollerflesjes over. Deze bestelde ik destijds bij De Hekserij.

Aan etherische oliën geen gebrek; hier maak ik ook mijn wierook mee, mijn huisverfrisser, ik voorzie de verwarmingsbakjes van enkele druppels en soms sprenkel ik ze ook op de kussens van de bank en in de stoelen van de eetkamertafel. In de slaapkamer als ik er een boudoir van wil maken... ;-)


Maar goed, de geur van Flower van Kenzo. Natuurlijk krijg ik dat niet precies zo nagemaakt en dat hoeft ook niet, maar ik vind het wel fijn om een geur te creëeren die me meteen doet aarden. Dit is voor ieder persoonlijk. Sommige mensen aarden van houtsoorten, anderen van bloemengeuren of van kruidengeuren. Kijk gewoon wat je hebt en componeer je eigen O(il) de Parfum. Mix and match wat geuren door elkaar en snuiven maar.

In een rollerflesje van 10 ml heb ik gedruppeld:
ceder etherische olie: 10 druppels
patchoulli etherische olie: 5 druppels
sandelhout etherische olie: 5 druppels
gember etherische olie: 2 druppels
rozenhout etherische olie: 2 druppels
ylang ylang etherische olie: 1druppel

Als de geur naar je zin is, vul je het flesje aan met een basis olie. Amandelolie is prima, maar zonnebloemolie, sesamolie en arganolie zijn ook zeer geschikt. Het is nu echt een parfumolie geworden, maar dan wel van echte etherische oliën en niet synthetisch. De parfumoliën uit de winkel doen namelijk niks behalve misschien lekker ruiken. Aarden, rust vinden of juist in actie komen; ho maar!

De etherische oliën in dit parfum hebben ook allemaal hun eigen werking, maar dat heb ik even buiten beschouwing gelaten, omdat het in dit geval puur gaat om de geur (patchoulli, ceder en gember werken overigens zeer aardend ☺ )

En ik vind mijn zelfgemaakte Oil de Parfum van etherische oliën zo ontzettend lekker ruiken. Verrukkelijk gewoon!
Blij met mijn eigen nieuwe geurtje.

Liefs,
Vivian Dassen

Om je een beeld te geven; hierbij onze lerares die een voorbeelddans voor ons doet:
https://www.facebook.com/Biodanza-Moves-Maastricht-305103742976142/



donderdag 13 september 2018

Kort Verhaal - Het Elfenhuis zonder Deur

Er was eens een dorpje in het bos. Er stonden niet zo heel veel huisjes, want er woonden niet zo heel veel kabouters, elfjes, konijntjes, eekhoorns en andere dieren. Met een huisje bedoel ik een boom met een deurtje. Waar ze door naar binnen konden. Nou moet je weten dat in dit dorpje de bomen er uit zagen als gewone bomen zoals wij mensen ze zouden zien. Maar voor het kleine volk waren het magische bomen die hen onderdak verschaften als ze gingen eten, slapen of moesten schuilen voor regen, donder, en ander natuurgeweld. Onder dat ander natuurgeweld hoorde ook Namo, een geweldig grote, groene draak. Deze draak spuwde water, gelukkig, anders waren er al veel bosbranden geweest en was het dorpje vast weggevaagd. Ook had hij twee enorme vleugels, maar die zag je bijna niet want die lagen opgevouwen op zijn rug.  Namo was er nog niet zo heel erg lang, en ze verstonden hem ook niet. Hij kwam uit een heel ander land. Ze wisten dan ook niet of Namo ook wel echt Namo heette. Die naam hadden ze maar verzonnen, want ja, ieder beestje moet een naam hebben.
Draak Namo - Dragon Namo

De meeste dorpsbewoners vonden dat hij er niet bij hoorde. De meeste. Want er was een elfenmeisje, Nienna genaamd, die zonder bocht om hem heen liep. Zij was niet zo bang voor Namo.
Nienna was een brutaler elfje met sproetjes in haar gezicht en twee vlechtjes in haar zwarte haren. Tenminste, die vlechtjes had ze meestal als anderen haar zagen. Als ze ging slapen deed ze haar haren los. Die Nienna had ook vleugels moet je weten. Die had ze nog niet zo heel lang, en ze was er dan ook heel erg trots op. Ze waren heel mooi rood met een gouden randje. Ze kon deze vleugels verstoppen onder haar vlechtjes, maar meestal liet ze haar trotse vleugels gewoon zien. De mensen zagen Nienna nooit. Daar zorgde ze wel voor. Als ze langsliepen dan zag Nienna eruit als een prachtige bloem.
 
Nienna woonde in een van de huisjes aan de rand van het dorp. Haar deurtje had dezelfde kleur als haar vleugels. Gek dat Ardwienna, de Godin van het Bos, toen al wist dat haar vleugels dezelfde kleur zouden worden.  Alle huisjes hadden andere deurtjes. En ze waren allemaal even mooi, maar allemaal …. gewoon anders. Er was één huis in het midden van het dorp waarvan de deur weg was. Niemand wist waar de deur heen was, maar zonder deur kon je het huis niet in. De boom was dus leeg. Alleen de spinnen en rupsen bewandelden de takken. De spinnen maakten er webben. En de rupsen slijmsporen. De boom zag er daardoor nogal mysterieus uit, alsof hij een witte deken in zijn takken had zitten.
Alle huizen mét een deurtje waren bezet, dus Namo was gedoemd om buiten te slapen, buiten te spelen, buiten te eten; hij moest alles buiten doen. Alle bewoners zagen dus wat hij deed, wat hij at en wat voor een spelletjes hij speelde.


Op een goede morgen, of eigenlijk een slechte, want het verhaal dreigt niet zo goed af te lopen, was Nienna heel vroeg wakker van een geluid. Ze sloop haar huisje uit en ging op zoek naar naar waar het vandaan kwam. Voorzichtig sloop ze van boom tot boom. Het kwam van rechts. Ze veranderde van richting en liep langzaam door, totdat ze Namo recht in zijn betraande ogen keek. En dat waren grote ogen. Hij snikte nog een keer. Dat was dus het geluid. Toen Namo zag dat ze naar hem keek perste hij er gauw nog wat dikke tranen uit, anders kon hij haar niet zo goed zien.
‘Wat is er met je?’ Vroeg Nienna zachtjes.  Namo nam een diepe ademteug en wilde net hard gaan huilen toen Nienna hem tot stilte maande; ‘Niet huilen, straks maak je iedereen wakker.’
‘Ik wil zo graag een huis’, lispelde Namo. Hij keek Nienna aan. Nienna staarde terug.
‘Jij hebt ons voor de gek gehouden. Jij spreekt gewoon onze taal en deed net alsof je ons niet verstond.’
 Namo schudde heftig zijn hoofd, zo heftig dat er een windje ontstond dat Nienna’s haren in haar gezicht deed waaien. Het was namelijk zo vroeg dat ze nog geen vlechtjes had. In één beweging streek ze haar haren weer glad en ging wijdbeens met de armen over elkaar tegenover hem staan. Haar vleugels stonden fier. ‘Nou, vertel op’.
Namo vertelde hoe goed hij had opgelet als ze de dorpsbewoners met elkaar spraken, of fluisterden, of roddelden over elkaar. En zo had hij hun taal een beetje geleerd. Nienna keek hem ongelovig aan. Maar ergens wilde ze heel graag dat het waar was wat Namo zei. Ze koos voor het laatste.
‘Er is een huis, maar het is geen huis’.
‘Ja’, zei Namo, ‘je bedoelt de boom in het midden van het dorp. Maar daar kan niemand wonen, want er zit geen deur in.’
‘Precies’, zei Nienna. ‘Het is het Elfenhuis zonder Deur. En het wordt alleen een huis als er een magische deur in komt. Een deur kunnen we wel maken, maar dan is het huis nog steeds onbewoonbaar, want de magie ontbreekt. Je kunt er dan nog steeds niet naar binnen. Daar kan alleen Ardwienna voor zorgen. De Godin van het bos.’
‘O. En kunnen we Ardwienna dan niet vragen om mij te helpen?’
‘Ik denk dat ze dat met alle liefde van de wereld zou willen doen, maar zij is al een hele tijd zoek. Meerdere dorpsbewoners hebben haar proberen te vinden, maar de meeste zijn radeloos teruggekomen. Behalve Manke Melis en Tante Tilli. Die zijn nog steeds weg’.
Nienna dacht even na. ‘Ik zal met de andere bewoners praten of je toch hier mag blijven en dan in ieder geval ónder het Elfenhuis zonder Deur mag liggen, zodat je in ieder geval droog ligt. Als ik goed nieuws heb dan kom ik terug. Als ik slecht nieuws heb, kom ik ook.’
Namo knipperde met zijn ogen van al die wartaal. ‘Dus je komt gewoon als je meer weet, begrijp ik.’
‘Yep’, zei Nienna en ze huppelde terug naar haar huis.

Toen iedereen wakker was vertelde ze van haar ontmoeting met Namo. Vol afgrijzen keken de elfen, kabouters, konijnen en eekhoorns haar aan. ‘Heb je met hem gepráát?’ Ze vertelde hoe Namo door op te letten hun taal had geleerd en graag bij hen wilde wonen, onder het Elfenhuis zonder Deur.
‘Maar dat huis staat al jaren leeg. En die Ardwienna laat zich ook niet meer zien. Moet je kijken hoe het bos er hier bij hangt. Het lijkt helemaal nergens op. En waarom moet die draak net hier komen wonen. En waarom ben je met hem gaan praten? Je had zeker medelijden met hem, hè?’. Dat waren de gezellige woorden van Valk. Nou ja, eigenlijk waren ze gewoon vals, die woorden.
Nienna kreeg buikpijn van wat Valk als laatste had gezegd. Dat klopte niet. Haar gevoel zei haar heel iets anders. Na een tijdje wist ze het. Het was niet zo dat Nienna medelijden met Namo had. Het was meer een soort medeleven. Compassie. Want ze vond het zeker zielig voor hem, maar ze kon ging er niet zonder meer in mee. Ze vond trouwens het gewoon leuk om iemand te kennen die anders was als alle anderen.
‘We moeten erover na denken’, zeiden de dorpsbewoners.
‘Ja ja, dat ken ik’ riep Nienna. ‘En dan heb ik over honderd jaar nog geen antwoord. Nee hoor, niks ervan. Namo wil hier graag wonen en het Elfenhuis zonder Deur staat al eeuwen leeg, en hij kan er potjandrie alleen maar onder slapen, nog niet eens erin.’ Ze haalde diep adem en ging verder voordat iemand haar in de rede kon vallen. ‘En tot nu toe heeft hij hier nog geen spin kwaad gedaan, dus ik stel voor dat we dan maar gaan stemmen. De meeste stemmen gelden.’
‘Hohoho’, riep Uil uit, ‘Het spreekwoord gaat: nog geen vlieg kwaad doen, niet geen spin kwaad doen. En dat stemmen, dat moet dan wel volgens bepaalde regels en in een echte vergadering, hoor.’
De bewoners zuchtten diep. Die vergaderingen van Uil kenden ze ondertussen wel. Urenlang luisteren naar saai geleuter, een hoop geruzie en uiteindelijk was er aan het einde van de week nog geen beslissing genomen.
‘Dat gaat niet gebeuren’, zei Nienna terwijl ze haar kin koppig omhoog hield. ‘We doen gewoon meeste stemmen gelden en dan weten we het meteen.’
Uil vond het maar niks, maar de andere bewoners blijkbaar wel. Hij durfde er niet goed tegenin te gaan en hij hoopte maar dat alles goed ging komen.
Nienna gebood iedereen in een kring te gaan staan. Om de beurt moesten ze hun duim omhoog of om laag houden. De duim omhoog betekende dat Namo mocht blijven en dat ze een deur zouden maken. De duim omlaag betekende dat hij weg moest en dan kwam er dus ook geen deur, gek genoeg.
Na 5 minuten was het duidelijk; Namo moest weg.
‘En jij gaat het hem vertellen’, zei Uil dreigend tegen Nienna.
‘Rustig maar hoor, stresskip.’
‘Ik ben geen kip. Maar inderdaad wel een beetje gestresst.’ Uil snoof. ‘Nou, vooruit met de geit, ga naar die draak toe en zeg dat we hem hier niet willen.’
‘Ja, morgenvroeg is dat het eerste wat ik ga doen’, mompelde Nienna. Ze had tijd nodig om na te denken, om een plannetje te smeden.
De volgende ochtend stond ze weer heel vroeg op. Ze had haar plan klaar. Het was geweldig, al zei ze het zelf. Nienna vlocht haar haren in twee staartjes, at snel een beukenootje en liep naar het hoofd van Namo. Ze tikte op zijn neus. De ogen gingen open.
‘Wat ben jij vroeg’, zei hij. ‘Wat voor een nieuws heb je?’
Nienna vertelde hem fluisterend haar plannetje, dat ik hier nog niet ga verraden, anders weten jullie al hoe het afloopt en dat is niet leuk.  
‘Dus ga nu maar’, waren de laatste woorden die Nienna. Ze keek Namo na terwijl die met grote slagen ervan door vloog.
De dieren in het dorp waren opgelucht dat de grote, groene draak weg was. ‘Zo. Opgeruimd staat netjes’, zei Uil. Degene die tegen Namo hadden gestemd knikten allemaal heftig. De anderen stonden er maar wat bedremmeld bij. ‘Kom kom, iedereen naar huis’, gebood Uil. De groep verspreidde zich en ging door met het dagelijkse werk.
Er gingen een paar jaar voorbij. Nienna was uitgegroeid tot een mooie elf en ze had ook een vriendje.

Het bos had er nog nooit zo slecht bijgelegen als nu. De Godin van het bos, Ardwienna was echt nodig hier om orde op zaken te stellen. De natuur wist niet hoe ze zich moest gedragen, dus de ene dag stonden de bloemen in bloei en de volgende was alles al verdort. De familie Konijn was in die tijd flink uitgebreid, maar die sliepen gewoon allemaal op elkaar gestapeld in één huis; vader en moeder lagen op de grond en alle kinderen er bovenop.
Het Elfenhuis zonder Deur was zo ongelukkig dat er niemand in kon wonen, dat de boom langzaam begon weg te vagen. Het was helemaal niet fijn meer in het dorp.

Nienna had de bewoners zover gekregen om toch maar een deur te maken voor het huis. Stel je voor dat Ardwienna een keer besloot om terug te komen, dan kon er tenminste iemand wonen. Het werd een hele mooie deur. Rood-oranje achtig met een deurknopje en ook een brievenbus.



En toen – op een ochtend toen iedereen de hoop had opgegeven – stond Ardwienna in het midden van het dorp. Haar zachte licht straalde in het rond. Alles wat ze aanraakte werd weer vol leven, kreeg zijn oorspronkelijke kleur terug en zelfs de vogels kwetterden weer. Ze zag er mooier uit dan ooit.


 Iedereen kwam z'n huisje uit en gilde, schreeuwde, huilde, lachte door elkaar. Nienna straalde van oor tot oor. Haar plannetje was gelukt!
‘Waar ben je al die tijd geweest?’ vroeg Uil haar toen iedereen was bedaard, en Ardwienna een beker dauwwater had gedronken en een plak koek had gehad.
‘Ik zat opgesloten in een land hier heel ver vandaan. Ik dacht dat ik er nooit meer weg zou komen. Elke dag heb ik aan jullie moeten denken en aan het bos. Moet je kijken hoe het er hier uit ziet. Dat gaat me manen kosten om het hier weer fatsoenlijk te krijgen. En iedereen graag meehelpen, alsjeblieft. Er moeten bladeren worden opgeruimd en bloemen worden geplant. Dus hup-hup aan het werk!’
Dit ging veel te snel voor de meeste bewoners. Zij wilden eerst meer weten. ‘Maar hoe ben je ontsnapt? En hoe heb je de weg teruggevonden?’
Ardwienna deed een stap naar achteren en toen kon iedereen het bospad zien. Eerst was het niet helemaal duidelijk, maar er kwam iets aangesloft. Het werd groter en groter en er klonk geroezemoes. En opeens kon iedereen zien wie het was. Het was Namo!
‘Deze dappere draak heeft bergen beklommen, zeeën over gevlogen, en dalen bewandeld om mij te vinden, en het is gelukt!’
Iedereen juichte. Er werd feest gevierd. En natuurlijk werd het deurtje met magie bestraald. En Namo was de held van eeuw, dus die mocht blijven. Nienna knipoogde naar hem. 'Je moet altijd vertrouwen houden en blijven dromen, want uiteindelijk komt alles goed.'
'Aho!' riep iedereen. En ze leefden nog lang en gelukkig.

Einde.

Elfen- en Drakengroetjes,
Vivian





Imagine Dragons, Dream